Ethiek is meer dan een ‘extraatje’ voor rentmeesters
Rentmeesters moeten veel weten over grond, over regelgeving, wetten, beleid en planologie. En natuurlijk een gezonde portie mensenkennis hebben. Maar dat is niet alles. Bij uitstek rentmeesters moeten ook kennis hebben van ethiek en weten om te gaan met morele dilemma’s. Dat vinden althans Ronald Jeurissen, hoogleraar bedrijfsethiek van Universiteit Nijenrode, en natuurfilosoof van de Radboud Universiteit Nijmegen Martin Drenthen.
Beeld: Gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester, Eugene Burnand, 1850.
"De meerwaarde van ethiek is dat je een beeld schetst van de verantwoordelijkheid van je beroepsgroep.”
Martin Drenthen
Binnenkort zal de nieuwe gedragscode van de NVR van kracht worden. De huidige gedragscode omschrijft vooral hoe een Rentmeester NVR omgaat met klanten en collega’s. Ronald Jeurissen is als bedrijfsethicus betrokken bij het opstellen van een nieuwe gedragscode van de NVR. Wat vindt hij van de meerwaarde van ethiek in een beroepsgroep? “De meerwaarde van ethiek is dat je een beeld schetst van de verantwoordelijkheid van je beroepsgroep. En die verantwoordelijkheid gaat verder dan je keurig houden aan de regels en gedragscode.”
Hij vervolgt: “De samenleving heeft een bepaald beeld van een rentmeester: deze heeft toegevoegde waarde, het is een vertrouwenspersoon in het maatschappelijke verkeer. De belangen in brede zin van alle betrokken partijen zijn in goede handen bij de rentmeester. De rentmeester heeft ook een ethisch perspectief. Hij gaat niet alleen voor het korte gewin en het eendimensionale belang van een opdrachtgever. Dat is een mooie extra van ethiek. Het geeft vertrouwen, omdat NVR-mensen in staat zijn belangen goed af te wegen.”
Perspectieven
Martin Drenthen is natuurfilosoof en kijkt vanaf een ander perspectief naar de ethiek. Volgens hem heeft de rentmeester vooral een taak in het duurzaam beheer van een gebied. Wat duurzaam beheer is en wat oog voor de natuur is, kun je vanuit verschillende perspectieven bekijken.
Drenthen ziet in het huidige debat over een duurzame inrichting van het landelijk gebied drie ethische standpunten. Deze beschrijft hij ook in zijn onlangs verschenen boek Hek.
De eerste is ‘de natuurbeheerethiek’: deze gaat uit van een zorgplicht voor de kwetsbare natuur. De volgende is ‘de wildernisethiek’. Deze is gebaseerd op het idee dat robuuste natuur echt wel voor zichzelf kan zorgen en dat deze daarbij geen hulp van mensen nodig heeft. Een derde ethiek die Drenthen daaraan toevoegt is ‘de boerenethiek’: we hebben als mensen min of meer de plicht om de vruchtbare grond te bewerken. Drenthen: “Boeren geven met enige regelmaat aan het zonde te vinden om natuur op landbouwgrond aan te leggen. Zij zien hun werk niet als tegengesteld aan natuur, maar juist als een innige samenwerking met de natuur. In die zin proberen ook deze boeren een antwoord te geven op de morele ervaring van de natuur.”
Gevoeligheid
Drenthen: “De perspectieven zijn drie tegenstrijdige eisen waar een rentmeester vaak mee te maken krijgt en waar deze een midden in moet zien te vinden. Het denken over ethische standpunten is dus meer dan een communicatiemiddel. Een rentmeester moet de morele gevoeligheid hebben om te voelen wat in een specifiek gebied of case het belangrijkste is. De ethiek heeft als taak om die gevoeligheid te vergroten.”
"Zoek naar gemeenschappelijke belangen, morele opvattingen en de economische dragers.”
Ronald Jeurissen
Jeurissen vult dit aan met een vierde perspectief: waarbij de grond puur als te exploiteren goed wordt gezien, zonder er rekening mee te houden dat dit exploiteren eindig is. Een denkkader dat volgens Jeurissen bij veel boeren nog steeds de boventoon voert. “Dit is een model dat op termijn niet houdbaar is. Bijvoorbeeld door ze erop te wijzen dat er meerdere standpunten zijn om naar grond en natuur te kijken. Door het langetermijnperspectief van grondwaarde in beschouwing te nemen. De rentmeesters moeten dat ter sprake brengen.”
Kleinschalig
Drenthen noemt als inspirerend voorbeeld de Ooijpolder bij Nijmegen. Daar is een grootschalig project begonnen toen de boeren zich realiseerden dat ze in dit kleinschalige gebied niet meer voor de wereldmarkt zouden kunnen blijven produceren. Hun enige toekomst zou zijn om op een andere manier te boeren. Inclusief ander verdienmodel. Samen met maatschappelijke partijen, natuurorganisaties, burgers is gekozen voor een ander landgebruik. Met meer oog voor landschap, natuur en duurzaamheid en voor een toekomst voor de landbouw.
De omwonenden en natuurorganisaties betalen mee aan een andere, kleinschalige landbouw die daar nu bedreven wordt.
Drenthen: “Ik vind het de taak van de rentmeester om in een gebied dit soort partijen bij elkaar te brengen. En vervolgens iets te bedenken dat voor iedereen een betere oplossing geeft. Zoek dus naar gemeenschappelijke belangen, morele opvattingen en de economische dragers. Dan draag je bij aan duurzaamheid.”
Maatschappelijk veld
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVR in 2020 gaf Martin Drenthen een lezing over ethische standpunten en morele dilemma’s. “Ik vind het heel belangrijk dat de beroepsvereniging haar leden hiervan bewust maakt. Misschien zou dat nog wel meer mogen. Rentmeesters zijn meer dan managers van de leefomgeving. Je wilt niet dat ze zich alleen maar commercieel opstellen en alleen het kortetermijnbelang van de opdrachtgever dienen. Je moet als vereniging ervoor zorgen dat je leden een bredere blik hebben. Dat is een meerwaarde ten opzichte van een zaakwaarnemer. Een rentmeester moet kiezen voor het leidend langetermijnperspectief. En de opdrachtgever ervan overtuigen dat zijn belang afhankelijk is van een maatschappelijk veld. Hierin spelen allerlei ethische overwegingen een rol. De rentmeester heeft de taak om alternatieven op tafel te krijgen.”
Ethiek is meer dan een 'extraatje voor rentmeesters
Rentmeesters moeten veel weten over grond, over regelgeving, wetten, beleid en planologie. En natuurlijk een gezonde portie mensenkennis hebben. Maar dat is niet alles. Bij uitstek rentmeesters moeten ook kennis hebben van ethiek en weten om te gaan met morele dilemma’s. Dat vinden althans Ronald Jeurissen, hoogleraar bedrijfsethiek van Universiteit Nijenrode en natuurfilosoof van de Radboud Universiteit Nijmegen Martin Drenthen.
“De meerwaarde van ethiek is dat je een beeld schetst van de verantwoordelijkheid van je beroepsgroep.”

Binnenkort zal de nieuwe gedragscode van de NVR van kracht worden. De huidige gedragscode omschrijft vooral hoe een Rentmeester NVR omgaat met klanten en collega’s. Ronald Jeurissen is als bedrijfsethicus betrokken bij het opstellen van een nieuwe gedragscode van de NVR. Wat vindt hij van de meerwaarde van ethiek in een beroepsgroep? “De meerwaarde van ethiek is dat je een beeld schetst van de verantwoordelijkheid van je beroepsgroep. En die verantwoordelijkheid gaat verder dan je keurig houden aan de regels en gedragscode.”
Hij vervolgt: “De samenleving heeft een bepaald beeld van een rentmeester: deze heeft toegevoegde waarde, het is een vertrouwenspersoon in het maatschappelijke verkeer. De belangen in brede zin van alle betrokken partijen zijn in goede handen bij de rentmeester. De rentmeester heeft ook een ethisch perspectief. Hij gaat niet alleen voor het korte gewin en het eendimensionale belang van een opdrachtgever. Dat is een mooie extra van ethiek. Het geeft vertrouwen, omdat NVR-mensen in staat zijn belangen goed af te wegen.”
Perspectieven
Martin Drenthen is natuurfilosoof en kijkt vanaf een ander perspectief naar de ethiek. Volgens hem heeft de rentmeester vooral een taak in het duurzaam beheer van een gebied. Wat duurzaam beheer is en wat oog voor de natuur is, kun je vanuit verschillende perspectieven bekijken. Drenthen ziet in het huidige debat over een duurzame inrichting van het landelijk gebied drie ethische standpunten. Deze beschrijft hij ook in zijn onlangs verschenen boek Hek.
De eerste is ‘de natuurbeheerethiek’: deze gaat uit van een zorgplicht voor de kwetsbare natuur. De volgende is ‘de wildernisethiek’. Deze is gebaseerd op het idee dat robuuste natuur echt wel voor zichzelf kan zorgen en dat deze daarbij geen hulp van mensen nodig heeft. Een derde ethiek die Drenthen daaraan toevoegt is ‘de boerenethiek’: we hebben als mensen min of meer de plicht om de vruchtbare grond te bewerken. Drenthen: “Boeren geven met enige regelmaat aan het zonde te vinden om natuur op landbouwgrond aan te leggen. Zij zien hun werk niet als tegengesteld aan natuur, maar juist als een innige samenwerking met de natuur. In die zin proberen ook deze boeren een antwoord te geven op de morele ervaring van de natuur.”

Gevoeligheid
Drenthen: “De perspectieven zijn drie tegenstrijdige eisen waar een rentmeester vaak mee te maken krijgt en waar deze een midden in moet zien te vinden. Het denken over ethische standpunten is dus meer dan een communicatiemiddel. Een rentmeester moet de morele gevoeligheid hebben om te voelen wat in een specifiek gebied of case het belangrijkste is. De ethiek heeft als taak om die gevoeligheid te vergroten.”
Jeurissen vult dit aan met een vierde perspectief: waarbij de grond puur als te exploiteren goed wordt gezien, zonder er rekening mee te houden dat dit exploiteren eindig is. Een denkkader dat volgens Jeurissen bij veel boeren nog steeds de boventoon voert. “Dit is een model dat op termijn niet houdbaar is. Bijvoorbeeld door ze erop te wijzen dat er meerdere standpunten zijn om naar grond en natuur te kijken. Door het langetermijnperspectief van grondwaarde in beschouwing te nemen. De rentmeesters moeten dat ter sprake brengen.”
Kleinschalig
Drenthen noemt als inspirerend voorbeeld de Ooijpolder bij Nijmegen. Daar is een grootschalig project begonnen toen de boeren zich realiseerden dat ze in dit kleinschalige gebied niet meer voor de wereldmarkt zouden kunnen blijven produceren. Hun enige toekomst zou zijn om op een andere manier te boeren. Inclusief ander verdienmodel. Samen met maatschappelijke partijen, natuurorganisaties, burgers is gekozen voor een ander landgebruik. Met meer oog voor landschap, natuur en duurzaamheid en voor een toekomst voor de landbouw.
De omwonenden en natuurorganisaties betalen mee aan een andere, kleinschalige landbouw die daar nu bedreven wordt.
Drenthen: “Ik vind het de taak van de rentmeester om in een gebied dit soort partijen bij elkaar te brengen. En vervolgens iets te bedenken dat voor iedereen een betere oplossing geeft. Zoek dus naar gemeenschappelijke belangen, morele opvattingen en de economische dragers. Dan draag je bij aan duurzaamheid.”
Maatschappelijk veld
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVR in 2020 gaf Martin Drenthen een lezing over ethische standpunten en morele dilemma’s. “Ik vind het heel belangrijk dat de beroepsvereniging haar leden hiervan bewust maakt. Misschien zou dat nog wel meer mogen. Rentmeesters zijn meer dan managers van de leefomgeving. Je wilt niet dat ze zich alleen maar commercieel opstellen en alleen het kortetermijnbelang van de opdrachtgever dienen. Je moet als vereniging ervoor zorgen dat je leden een bredere blik hebben. Dat is een meerwaarde ten opzichte van een zaakwaarnemer. Een rentmeester moet kiezen voor het leidend langetermijnperspectief. En de opdrachtgever ervan overtuigen dat zijn belang afhankelijk is van een maatschappelijk veld. Hierin spelen allerlei ethische overwegingen een rol. De rentmeester heeft de taak om alternatieven op tafel te krijgen.”