In het historisch veenweidelandschap van de Krimpenerwaard, midden in het Groene Hart, moet 2.250 hectare nieuwe natuur komen, als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. Grond die van oudsher beheerd wordt door melkveehouders. De provincie Zuid-Holland zet het liefste in op zelfrealisatie, waarbij boeren natuur beheren op hun grond. Dat vraagt van rentmeesters dat ze heel precies het evenwicht bewaren tussen zakelijkheid en inleven, in een complexer wordende werkelijkheid.
Natter en bloemrijker, volop insecten en met schoon water, een waar weidevogelwalhalla: zo moet het veenweidegebied van de Krimpenerwaard eruit gaan zien als het aan de provincie Zuid-Holland, de betrokken gemeenten en het hoogheemraadschap van Schieland ligt. En dan niet door alle grond aan te kopen en over te doen naar grote terreinbeheerders, zoals gewoonlijk, maar door grondeigenaren zelf in staat stellen natuur te ontwikkelen en beheren op hun terrein.
Concreet komt het erop neer dat melkveehouders grond binnen het Natuurnetwerk extensiveren en natuur ontwikkelen. In ruil stelt de provincie pachtgronden beschikbaar. Wie natuurontwikkeling niet ziet zitten, kan gronden ruilen. Vrijwillig. Maar in 2018, na jaren van overleg, komt het met de zelfrealisatie maar niet van de grond. Dat is het moment dat besloten wordt om onteigening in te zetten.
Je wilt dat een boer je begrijpt en denkt: ‘deze rentmeester snapt mijn situatie’
Opnieuw vertrouwen opbouwen
Een drukmiddel waarvan de boeren in eerste instantie nog niet erg onder de indruk zijn, vertelt Felix Michielsen, als zelfstandig rentmeester NVR betrokken bij de onderhandelingen. “In dit soort gebieden zijn de onderhandelingen over de realisatie rond natuurontwikkeling al vijftien tot twintig jaar aan de gang. Dat gaat steeds op en af. Voor een boer geeft dat onduidelijkheid. Daar kunnen ze niet op bouwen.” Bovendien gaat elke provincie op zijn eigen manier met de opgave voor natuurontwikkeling aan de slag. Provincies zitten in een spagaat vanwege de tegenstrijdige belangen. Sommige kiezen voor vrijwillige realisatie, andere gebruiken meer druk, zoals een mogelijke onteigening.”
Maar dan is het ineens toch menens in de Krimpenerwaard: de laatste kans om alsnog een deal te accepteren voordat onteigening wordt ingezet. “Voor een boer is daarbij heel belangrijk: kun je compensatiegrond aanbieden? Geen melkveehouder die grond kwijt wil, ze worden verplicht allemaal grondgebonden te werken. Voor ik naar een boer ga, heb ik al gekeken welke gronden beschikbaar zijn. Maar ook: zit er oud zeer? Het is heel belangrijk om je in mensen te verplaatsen. Dat wordt nog weleens onderschat. Je moet weten wat er op hun afkomt, hun taal spreken, kijken wat de plannen voor een bedrijf betekenen.
Grond zit soms al generaties in de familie. Tegelijkertijd moet je ook zakelijk blijven en de regie houden. Je moet de boodschap heel goed uitleggen. Je wilt dat een boer je begrijpt en denkt: ‘deze rentmeester snapt mijn situatie, we houden het niet meer tegen en de taxaties zijn serieus.’ Dan krijg je vertrouwen. Je hoeft het niet eens te zijn over de genomen beslissingen, maar wel over de consequenties. En dat je die samen op moet lossen.

“Het is heel belangrijk om je in mensen te verplaatsen”
Felix Michielsen
rentmeester
Rentmeester zorgt voor helderheid
De wens tot zelfrealisatie is daarbij een extra uitdaging, ziet Michielsen. “Bij zelfrealisatie moet je kaders hebben. Het moet heel helder zijn wat de bedoeling is. En dat is soms lastig onder woorden te brengen. Bij een weg is het heel plat: er komt asfalt op, de weg wordt zo en zo breed. Bij natuur is het lastiger: waar ligt de begrenzing en waarom daar? Welk beheer hoort daarbij? En mag je er ook bijvoorbeeld paarden op laten grazen? Zelfrealisatie moet je heel helder en zakelijk uitschrijven, anders dreigt later alsnog onteigening.”
Het belang van helderheid over randvoorwaarden voor zelfrealisatie en andere juridisch-technische mogelijkheden is wel onderschat, denkt Jelle de Keijzer, senior grondverwerver bij de provincie Zuid-Holland. En bij uitstek iets waarvoor je een rentmeester goed kunt inzetten. “Je merkt dat zij daar veel meer feeling mee hebben. De belangrijkste lesson learned: schakel rentmeesters zo snel mogelijk in. Ook om te voorkomen dat er toezeggingen worden gedaan die niet haalbaar zijn.
Een rentmeester weet hoe het werkt en is ook de poortwachter van je beleid. Dat maakt hem of haar onmisbaar.”
schakel de rentmeester zo snel mogelijk in.”
senior grondverwerver bij de provincie Zuid-Holland

Complexere wereld vraagt meer regie
Inmiddels is de trein goed op snelheid. Een gros van de melkveehouders kiest alsnog voor zelfrealisatie. De Keijzer: “Je hoopt elke onteigening te voorkomen, maar soms moet je het accepteren. Ik denk dat we de onteigeningen ook wel netjes hebben uitgevoerd, met reële bedragen. Wat voor de buitenwereld meezit is dat het belang van natuur inmiddels een stuk evidenter is geworden. Over een weg stelt nooit iemand vragen bij onteigening, bij natuur is het altijd gedoe. Maar ik heb wel het gevoel dat dat nu een beetje kantelt.”
Rentmeester Felix Michielsen deelt dat beeld: “Tien of twintig jaar terug had je weinig onteigeningen voor natuur. Verder was de regelgeving in het buitengebied veel eenvoudiger. Een melkveehouder heeft nu allerlei verplichtingen, bestemmingsplanmatig alles is veel lastiger. De verschillen per bedrijf zijn ook groot. Wat de verkoop van grond betekent voor een bedrijf, verschilt dus ook. Het is dan ook een hele klus om alle zaken goed te regelen. Teamwork is daarom heel belangrijk: een rentmeester is onderdeel van een heel team gebiedsregisseurs.”
En die gebiedsregie is nog lang niet klaar, als het aan De Keijzer ligt. Ook na inrichting van de NNN in de Krimpenerwaard heeft de provincie nog gronden in eigendom. “We zijn ons er al op aan het oriënteren om te bekijken hoe we ons grondeigendom in kunnen zetten ten behoeve van de realisatie van andere belangrijke opgaven.”



Foto’s: Stefan Tellier